We gaan naar de maan!
Onze aarde heeft één natuurlijke satelliet, onze maan. Het is een uniek hemellichaam dat in verhouding tot onze eigen planeet veel groter is dan de satellieten die we bij andere planeten aantreffen. De helder verlichte maan spreekt tot onze verbeelding en is in veel poëzie, verhalen en liederen terug te vinden. Maar zou het ook niet bijzonder zijn om er ook werkelijk naar toe te gaan?
Reizen naar de maan
Met een raket naar de maan! /
Bron: NASA, Wikimedia Commons (Publiek domein)Het idee om ook werkelijk naar de maan te reizen is niet nieuw. In de negentiende eeuw schreef Jules Vernes er al een prachtig boek over, in de vorige eeuw was de maanreis het onderwerp van twee stripboeken van Kuifje. Met een goede verrekijker kun je op het oppervlak van de maan lichte en donkere vlekken zien, alsof er zeeën zijn. Wellicht zou de maan ook leven kennen, en kijken tegelijkertijd de maanmannetjes met hun eigen kijkers naar ons. Dankzij onze voortschrijdende technieken, waarnemingsmogelijkheden en inzichten weten we inmiddels al lang dat de maan een onherbergzame plaats is. De kans op leven is, aangezien de maan geen dampkring heeft en een sterke wisseling van temperaturen, miniem en eigen verwaarloosbaar. Maar toch zou een bezoek aan onze maan een bijzondere gebeurtenis zijn, het is immers het dichtstbijzijnde object in ons zonnestelsel. En dat alleen al maakt het een locatie die het waard is om te bezoeken.
Ruimtevaart
Halverwege de vorige eeuw stond de raket-techniek nog in de kinderschoenen. Vlak na de Tweede Wereldoorlog waren er al wel raketten, maar de ruimte was er nog niet mee bereikt. Dat veranderde in 1957, toen de Sovjet Unie de eerste kunstmaan, de Spoetnik, in een baan rond de aarde wist te brengen. Het was een gebeurtenis die in Amerika als een schok binnenkwam en NASA ging aan de slag om de achterstand in te halen. De eerstvolgende mijlpaal, een mens in een baan rond de aarde brengen, werd echter opnieuw door de Russen behaald. Op 12 april 1961 was Joeri Gagarin de eerste mens in de ruimte. Daar moest een passend antwoord op komen.
De belofte
Het passende antwoord kwam een maand later. In mei 1961 sprak president John F. Kennedy de belofte uit dat de Verenigde Staten nog vóór het einde van het decennium een man op de maan zouden zetten en weer veilig naar huis zouden halen. Het was een ambitieus plan, zeker als je bedenkt dat Amerika op dat moment slechts één man in de ruimte hadden gebracht en dat nog niet eens in een baan rond de aarde. De kans dat de Sovjet Unie ook als eerste een man op de maan zouden zetten was voor de Verenigde Staten onverteerbaar en zette aan tot hogere prestaties en investeringen. Uiteindelijk zou het in 1969 lukken. Tot het laatst bleef het spannend, zouden de Russen toch niet ineens een toestel naar de maan sturen?